maandag 16 april 2007

Er kijken allemaal vreemde ogen mee.



Op de Flickr is het momenteel leuker dan hier.
Het komt niet van bloggen.
Al is het denk ik ook heel gezond om zo nu en dan even niet te bloggen.
Snelheid lijdt tot vervlakking.
Al weet ik dat niet zeker.
Ik ga hoe dan ook niet aan het nieuwste van het nieuwste beginnen: De Twitter. A global community of friends and strangers answering one simple question: What are you doing?
Snelbloggen.
Volgens mij kom je met vertraging ook een heel eind.
Je blogt ook als je niet blogt.
Denken aan bloggen is ook bloggen, alleen zie je daar niets van.
Wat is blogwaardig en wat niet?
Je hoort een zin, ziet een beeld, leest een artikel, vergeet het.
Zoals sommige dingen scriptwaardig zijn (rijp voor fictie), zo zijn ook sommige dingen blogwaardig.
Er zijn mensen die alles blogwaardig vinden.
De aanschaf van een nieuwe wasmachine, de geboorte van een kind, het weer.

Veel bijeenkomsten bijgewoond de afgelopen week.
De bijeenkomst van het Stifo was interessant, al werd er overdag weinig over internet gesproken.
Andere afdeling.
Toch sprak Ronald Plasterk voornamelijk over nieuwe technieken en de mogelijkheden die dat biedt.
Zijn zoon zit liever achter YouTube dan voor de TV.

's Avonds in Club 11 tijdens de Hotspot meeting werd er wel over internet gesproken.
Alleen maar.
Gary Carter hield een bevlogen speech over de nieuwste ontwikkelingen.
Alle media worden persoonlijk, zei hij.
Daar kwam het op neer.

Veel oude mediaproblemen lossen op zodra internet de arena binnenkomt.
Internet gaat over mogelijkheden, inhoud, meedoen en kansen.
Dat vraagt om een heel andere houding.
Een positieve, houding. Een houding van hoop, creativiteit, nieuwsgierigheid en delen.
Daar heb je niets aan zodra je het hebt over bijvoorbeeld de kijkcijferproblematiek.
Oude mediaproblemen vragen om calculaties, commerciele wetten en dito toepassingen.

Over een week is de beoordeling van het Stifo bekend.
Krijgt Flick Radio subsidie of niet?
Ik kan momenteel niet meer rustig door het script gaan.
Er kijken allemaal vreemde ogen mee.
Is het interessant of saai?
"Wat toch een abrupt einde," denk ik bij de laatste bladzijde.
Waarop een andere stem zegt: "Maar dat is juist goed."
En waarom gebeurt er zo weinig?
"Weinig? Veel!"
Kortom: hoe sluit je iets af dat gaande is?

Rozwithart stuurt mij de nieuwsbrief van Taalpost op.
Ik lees over Het Woord Van De Week: 'wilfer'

Op 10 april werd een onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat heel wat internetgebruikers zichzelf er regelmatig op betrappen dat ze al surfend op het internet niet meer weten naar welke informatie ze eigenlijk op zoek waren.
Bij een enquĂȘte van een Brits onderzoeksbureau gaf een kwart van de ondervraagden toe zich toch wel twee keer per maand op deze wijze door de beschikbare informatie te laten afleiden.
'Wilfen' wordt dat genoemd, en mensen die wilfen zijn 'wilfers'.
'Wilfen' is gebaseerd op het Engelse werkwoord 'to wilf'.
Dat is gevormd van de afkorting 'WILF', die staat voor: 'What was I looking for?'


Rozwithart is momenteel bezig met een serie waken/slapen.
De foto's worden gemaakt in de badkamer.
Ze wrijft in haar oog, of kijkt naar de vloer.
Ze vraagt zichzelf af of het wel goed is om dergelijke kwetsbare portretten te publiceren.
Ik weet dat niet.
Zodra je grenzen verlegt horen dat soort vragen erbij. Wat levert het op?
Als schaamte en angst vedwijnen, wat komt er dan voor terug? Moed en durf?
Waar ligt de grens tussen exibitionisme en openheid?

Ondertussen neemt de Flickr verslaving van Kendra buitenproportionele vormen aan.
Met make up schilderde zij rond haar ene oog een rode vlek en rond de andere een blauwe: het logo van Flickr.
Zij houdt haar ogen dicht, terwijl ze net zo goed open konden zijn.
Ook maakt zij foto's van vellen tekst, omdat ze naast fotograferen graag schrijft.
Gisteren, in de stad, zag ik twee parasols op een balkon: een rode en een blauwe.
Ik dacht aan haar en maakte een foto.
Zij heeft deze foto inmiddels favoriet gemaakt.
Addicts everywere.
Plus een korte conversatie.

Geen opmerkingen: